In welke box wordt een vakantiehuis belast bij de inkomstenbelasting?
In welke box wordt een vakantiehuis belast bij de inkomstenbelasting?
De inkomsten van de verhuur van uw vakantiehuis worden voor de inkomstenbelasting aangemerkt in box 3 als inkomen uit beleggen en sparen. Deze inkomsten bestaan uit een fictief rendement dat afhankelijk is van de hoogte van uw totale vermogen. Dit is dus niet afhankelijk van hoeveel inkomsten u daadwerkelijk uit de verhuur van uw vakantiehuis heeft gehad.
Het percentage van het fictieve rendement bedraagt minimaal 0,13% en maximaal 5,60% (tarieven 2019). Het fictieve rendement wordt berekend over het saldo van de waarde van de vakantiewoning en eventuele overige bezittingen, verminderd met een eventuele lening die is aangegaan bij de aankoop van de vakantiewoning en eventuele overige schulden per 1 januari van een jaar. De belastingheffing in box 3 bedraagt 30% (tarief 2019).
In tegenstelling tot het toepassen van BTW heeft wel of geen eigen gebruik van de vakantiewoning geen effect op de verschuldigde inkomstenbelasting in box 3. Ook wanneer uw rendement van de vakantiewoning hoger is dan het voor u fictieve rendement, bent u niet meer inkomstenbelasting verschuldigd.
Realiseert u bij verkoop van de vakantiewoning een verkoopresultaat doordat de waarde van de vakantiewoning is gestegen, dan betaalt u daarover geen inkomstenbelasting.
Wanneer kan ik de BTW terugvragen bij de aankoop van een vakantiewoning?
Heeft u een vakantiewoning gekocht welke u ook (gedeeltelijk of volledig) beschikbaar stelt voor verhuur? Dan kunt u de BTW die u heeft betaald over de vakantiewoning gedeeltelijk of volledig terugvragen bij de Belastingdienst.
U kunt de BTW die bij aankoop van de vakantiewoning berekend is terugvragen indien er sprake is van exploitatie van een vermogensbestanddeel om er opbrengsten uit te verkrijgen, zo stelt de Belastingdienst. Hiervan is volgens de Belastingdienst in ieder geval sprake als de vakantiewoning voor minimaal 140 dagen per jaar wordt verhuurd.